"everybody; everyone" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Everyone must acknowledge their mistakes.	Iedereen moet zijn fouten erkennen.
	We won’t leave unless everyone is ready.	We vertrekken niet, tenzij iedereen klaar is.
	Everyone needs at least one close friend.	Iedereen heeft minstens één goede vriend nodig.
	Everyone smiled.	Iedereen glimlachte.
	The start got everyone moving.	Het startsein bracht iedereen in beweging.
	The redevelopment is to the benefit of everyone.	De heraanleg is in het voordeel van iedereen.
	Anyone can do their bit to protect the environment.	Iedereen kan zijn steentje bijdragen aan de bescherming van het milieu.
	Everyone ran for cover.	Iedereen zocht dekking.
	everyone was tense	iedereen was gespannen
	everyone was moody and short-tempered	iedereen was humeurig en kortaangebonden
	He realized uneasily that everyone was staring at him.	Hij besefte onbehaaglijk dat iedereen hem aanstaarde.
	Despite his fatigue, he greeted everyone kindly at the party.	Ondanks zijn vermoeidheid begroette hij iedereen minzaam op het feest.
	There is a group of nationalists who demonize anyone who does not blindly favour independence.	Er is een groep nationalisten die iedereen demoniseert die niet blindelings voorstander is van onafhankelijkheid.