Drink 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	milkman	melkboer
	the bottle of milk	de fles melk
	white wine	witte wijn
	a bottle of milk	een fles melk
	May I have a bottle of juice?	Mag ik een fles sap?
	May I have a bottle of wine?	Mag ik een fles wijn?
	May I have a bottle of red wine?	Mag ik een fles rode wijn?
	orange juice	sinaasappelsap
	May I have a bottle of white wine?	Mag ik een fles witte wijn?
	I’ve ordered coffee.	Ik heb koffie besteld.
	apple juice	appelsap
	the apple juice	het appelsap
	Tom ordered coffee.	Tom bestelde koffie.
	He drinks coffee every morning.	Hij drinkt elke ochtend koffie.
	fruit juice	fruitsap
	to drink (long form)	te drinken
	Would you like a drink?	Wil je iets drinken?
	I want to drink some water.	Ik wil water drinken.
	I can’t drink wine anymore.	Ik kan geen wijn meer drinken.
	Tom brought Mary some juice.	Tom bracht Maria een beetje sap.