het water
de melk
Er is niet genoeg water.
het sap
de wijn
rode wijn
een rode wijn
Mensen kunnen niet leven zonder water.
moeraswater
Mijn koffie is koud.
de thee
de koffie
thee met melk
Hij drinkt melk.
jij drinkt water
Zij drinkt koffie.
Yanni drinkt groene thee.
Een thee met melk, alstublieft.
koffiedik
Nee, alleen koud water.