Een paar dikke bruine kippen scharrelden pikkend over het erf.
een lange, zwarte slang
een paarse lakzegel
een rode wijn
een lieve, kleine, zwarte kat
een lief, klein, zwart katje
een witte raaf
en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grote tuin, waarin de vlierbomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen
En uit het geboomte kwamen eensklaps drie prachtige witte zwanen te voorschijn
En nu haasten zich al de kleine eendjes, wat zij konden, en zij kwamen uit de eieren te voorschijn en keken naar alle kanten onder de groene bladeren; en de moeder liet ze kijken, zoveel als zij maar wilden; want groen is goed voor de ogen.
en, zie je wel, zij heeft een rood lapje om haar poot
zwart en wit
zwarte dood
Maar in den hoek, tegen den muur aangeleund, zat in de koude morgenstond het arme meisje met rode wangen en met een glimlach om de lippen
kandelaars met rode kaarsen
doodsbleek
Maakt de kleur echt wat uit?
vijf hemelbedden met rode fluwelen gordijnen
groene bonen
groene ogen