Waarom heeft Tom dit gekocht?
Wat heeft ze in de winkel gekocht?
Weet je waarom Tom dit gekocht heeft?
Ik denk dat jij dit niet zelf hebt gekocht.
Tom en Mary hebben een oude boerderij gekocht.
Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.
Niemand had er de hele dag een van haar gekocht, niemand had haar zelfs een aalmoes gegeven.
Waar heb je die tas gekocht?