Body parts Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	a person of flesh and blood	een mens van vlees en bloed
	light blue eyes	lichtblauwe ogen
	the mouth	de mond
	the neck	de hals
	the foot	de voet
	on foot	te voet
	corner of the mouth	mondhoek
	the beard	de baard
	Have you got a beard already?	Heb je al een baard?
	He has a beard.	Hij heeft een baard.
	Tom and Mary both have blue eyes.	Tom en Mary hebben allebei blauwe ogen.
	backpack	rugzak
	the leg	het been
	towel	handdoek
	area of the heart	hartstreek
	head injury	hoofdletsel
	blood flow	bloedstroom
	the paw	de poot
	a paw	een poot
	bright white	spierwit