Body parts Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	muscle tear	spierscheur
	cardinal sins	hoofdzonden
	Tom broke his neck.	Tom brak zijn nek.
	the scar	het litteken
	his scar	zijn litteken
	throat infection	keelinfectie
	the shoulders	de schouders
	athlete’s foot	voetschimmel
	main actor	hoofdrolspeler
	the spinal cord	het ruggenmerg
	the legs of the horse	de benen van het paard
	Our bones are white.	Onze botten zijn wit.
	My legs are still shaking.	Mijn benen trillen nog.
	She has a scar.	Ze heeft een litteken.
	Dogs love bones.	Honden houden van botten.
	Tom showed up empty-handed.	Tom kwam met lege handen opdagen.
	Because of the fall, he broke a bone in his leg.	Door de val brak hij een bot in zijn been.
	He will always have that scar.	Dat litteken zal hij altijd houden.
	Her little hands were almost completely frozen from cold.	Haar handjes waren bijna geheel van de kou verstijfd.
	Can you arch your back, or purr, or throw out sparks?	Kun je een hoge rug zetten en spinnen en maken, dat er vonken uit je lijf komen?