vijf voor acht
vijf voor vier
vijf voor half drie
vijf voor half zeven
Wanneer we voor het donker thuis willen zijn, dan moeten we nu op pad gaan.
Het was een prinses, die buiten voor de poort stond.
De volgende ochtend duurde het lang voor ze eindelijk op pad waren.
kwart voor zes
kwart voor negen
Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet: dat is de voornaamste van alle; zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik.
Voor het geval dat.
voorhechtenis
hij ijsbeerde heen en weer voor de haard
De volgende ochtend kwam er iemand die tralies voor Harry’s raam monteerde.