Understand spoken Dutch

"at" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I bet he’s bragging right now ik wed dat hij op dit moment zit op te scheppen
The teacher lets students use a calculator on the exam. De leerkracht liet de studenten een rekenmachine gebruiken op het examen.
In this foreign country, people at the bus stop were calmly waiting for the bus, sitting on their haunches. In dit vreemde land zaten de mensen op de bushalte rustig op hun hurken op de bus te wachten.
to be crazy about dol zijn op
at ease op mijn gemak
love at first sight liefde op het eerste gezicht
The teacher grumbled at the lazy students. De leraar mopperde op de luie studenten.
At the last minute, he decided not to go. Op het valreep besloot hij niet te gaan.
He finished his homework at the last minute. Hij maakte zijn huiswerk op het valreep af.
They saw him and rushed towards him with clapping wings. Deze zagen hem en kwamen met klappende vleugels op hem af.
The meeting was called off at the last minute. De vergadering werd op het laatste moment afgelast.
After he’d been at the festival, he had problems with his hearing. Nadat hij op het festival was geweest, had hij last van zijn gehoor.
be jealous of jaloers zijn op
at an early age op prille leeftijd
at the forefront op de voorgrond
She changed her plan at the last minute. Ze wijzigde haar plan op het valreep.
The ships had a collision at sea. De schepen hadden een aanvaring op zee.
Tom showed up at the party already drunk. Tom arriveerde dronken op het feest.
I used to be in love with the teacher. Vroeger was ik verliefd op de juffrouw.
You cannot save the game at this moment. Je kan het spel op dit moment niet opslaan.