Ik wist wel dat je zou komen.
Ik ben tegen negen uur terug.
Weet je hoe ik daar kan komen?
tweeduizend eenentwintig
Yanni ging terug naar zijn kamer.
tweeduizend dertien
tweeduizend tweeëntwintig
de bus
een bus
de auto
dit geld
het geld
de vader
Vaderdag
de kleine auto
haar ouders
een nieuwe auto
een kleine auto
Ik ben zo terug.
Ik heb geen geld.