Adverbs 9 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	She will come soon.	Ze zal straks komen.
	What’re you guys doing later?	Wat doen jullie straks?
	Shouldn’t Tom go first?	Moet Tom niet eerst gaan?
	May I see the room first?	Mag ik de kamer eerst zien?
	Our sister will be with us soon.	Straks is onze zus bij ons.
	How many days is she staying here?	Hoeveel dagen blijft ze hier?
	How many years will he stay here?	Hoeveel jaar blijft hij hier?
	that village from back then, it’s gone	dat dorp van toen, het is voorbij
	The meeting is almost over.	De bijeenkomst is bijna voorbij.
	I was a kid and didn’t know any better than that it would never pass	ik was een kind en wist niet beter dan dat ’t nooit voorbij zou gaan