"a" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	May I have a glass of wine?	Mag ik een glas wijn?
	I’m a doctor.	Ik ben een dokter.
	a farm	een boerderij
	a glass of red house wine	een glas rode huiswijn
	I need a doctor.	Ik heb een dokter nodig.
	an old farm	een oude boerderij
	He is a bad person.	Hij is een slecht persoon.
	Yanni needs a new bed.	Yanni heeft een nieuw bed nodig.
	Another glass of water, please.	Nog een glas water, alstublieft.
	I’d like a glass of water.	Ik zou wel een glas water willen.
	It was a big and ugly beast!	Het was een groot en lelijk beest!
	I would like a glass of water please	Ik wil graag een glas water, alstublieft
	Yanni has a farm just outside town.	Yanni heeft een boerderij net buiten het dorp.
	Tom and Mary bought an old farm.	Tom en Mary hebben een oude boerderij gekocht.
	“What a terribly big duckling that is,” she thought; “None of the others looks like this.”	“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
	a bird	een vogel
	an apple	een appel
	Make a hole!	Maak een gat!
	a red apple	een rode appel
	They have an apple.	Ze hebben een appel.