"a" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	a secret room	een geheime kamer
	to take an oath	een eed afleggen
	Tom caught a large fish.	Tom ving een grote vis.
	a measly dwarf	een miezerige dwerg
	a tip of ten euros	een fooi van tien euro
	a bearded man	een bebaarde man
	it’s a campsite	het is een camping
	an adjustment	een aanpassing
	an addition	een aanvulling
	The pussycat is a pet.	De poes is een huisdier.
	a well-known saying	een bekend gezegde
	a go-getter	een doorzetter
	a drowning man	een drenkeling
	a swelling on the cheek	een zwelling op de wang
	a policeman	een politieman
	a vacuum cleaner	een stofzuiger
	She took one out!	Zij haalde er een uit!
	to establish a budget	een budget opmaken
	a sailboat	een zeilboot
	a man in his seventies	een zeventiger