"a" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	a pig	een varken
	a basement	een kelder
	an old lady	een oude dame
	Do you have a bank?	Heb je een bank?
	half a day	een halve dag
	a new base	een nieuwe basis
	a lawyer	een advocaat
	a career	een loopbaan
	an ability	een vermogen
	a new party	een nieuwe partij
	It is a black hole.	Het is een zwart gat.
	some kind of system	een soort stelsel
	a dark dungeon	een donkere kerker
	up to half a day	tot zelfs een halve dag
	a stray cat	een zwerfkat
	a community	een gemeenschap
	a library	een bibliotheek
	He ordered a beer.	Hij heeft een bier besteld.
	a stray dog	een zwerfhond
	a university	een universiteit