"a" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	a bean	een boon
	a beech	een beuk
	a disaster	een ramp
	a waiter	een ober
	No one could imagine the beautiful things she had seen, nor into what glory she had entered with her grandmother, on New Year’s Day.	Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.
	a wound	een wond
	a tip	een fooi
	a lift	een lift
	a crab	een krab
	a worm	een worm
	a ghost	een schim
	a hangover	een kater
	a plague	een plaag
	a problem	een euvel
	a cup	een kopje
	a sausage	een worst
	a flu	een griep
	a blessing	een zegen
	a wreath	een krans
	a pharaoh	een farao