Understand spoken Dutch

"his" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
His mouth suddenly felt bone-dry.

Zijn mond voelde plotseling kurkdroog aan.

the corner of his mouth

zijn mondhoek

his name

zijn naam

his new sweater

zijn nieuwe trui

His unshakable faith in it is proverbial.

Zijn onwankelbaar vertrouwen daarin is spreekwoordelijk.

his old robe

zijn oude gewaad

his horses are faster than eagles

zijn paarden zijn sneller dan adelaars

His wealth, wisdom and knowledge are immeasurable.

Zijn rijkdom, wijsheid en kennis zijn onmeetbaar.

his arrangement

zijn schik

his bacon

zijn spek

his telephone number

zijn telefoonnummer

his exams

zijn tentamens

His wife nags him constantly.

Zijn vrouw zit voortdurend aan zijn kop te zeuren.

his sore ribs

zijn zere ribben

so delightful, to feel it splash over your head, and to dive down to the bottom.

zo prettig, het boven zijn kop te laten uitspatten en op de grond te duiken.

Without his glasses, he is as blind as a bat.

Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.

“It’s too big!” they all said, and the turkey that had come into the world with spurs and therefore thought he was emperor, blew himself up like a ship with full sails and came up to him; then he clucked and his head turned bright red.

“Het is te groot!” zeiden allen, en de kalkoense haan, die met sporen ter wereld gekomen was en daarom dacht, dat hij keizer was, blies zich op als een schip met volle zeilen en kwam op hem af; toen klokte hij en werd zijn kop vuurrood.

“No, it’s not a turkey,” thought the old duck; “Look how strong he hits his legs and how straight he knows how to keep himself!”

“Nee, het is geen kalkoen,” dacht de oude eend; “kijk eens, hoe ferm hij met zijn poten slaat en hoe recht hij zich weet te houden!”