“Wat ben jij er voor één?” vroegen zij, en het eendje wendde zich naar alle kanten en groette zo goed het kon.
Weet jij wat Tom zijn favoriete drankje is?
Wat doet een lief meisje als jij op een plaats als deze?
Kook jij vaak?
Ken jij iemand die in dat gebouw werkt?
Jij weet meer over Tom dan wie dan ook.
jij was
Jij verrader!
jij studeert
jij moet
jij moest
jij liep
jij hebt
Jij bent de grootste.
Jij bent beroemd.
jij bent
Ik denk dat jij dit niet zelf hebt gekocht.
Hoeveel maaltijden per dag eet jij?
Hoeveel ben jij schuldig?
Hier dichtbij in een ander moeras zijn enige aardige wilde ganzen, allemaal dames, die evenals jij “kwak!” kunnen zeggen.