Audio - Google text-to-speech

English Sort descending	Dutch	Learn
The stall at the market is busy.	De kraam op de markt is druk.	Learn
The stall has fresh vegetables.	De kraam heeft verse groenten.	Learn
the stall in question	het bewuste kraam	Learn
The stall sells apples.	De kraam verkoopt appels.	Learn
the stamp	de stempel	Learn
the stapler	de nietje	Learn
The start got everyone moving.	Het startsein bracht iedereen in beweging.	Learn
The start sounded loud and clear.	Het startsein klonk luid en duidelijk.	Learn
the starting signal	het startsein	Learn
The statistical analysis revealed some interesting deviations in the results.	De statistische analyse onthulde enkele interessante afwijkingen in de resultaten.	Learn
The statistical report displayed the differences between actual and expected figures.	Het statistische rapport toonde de afwijkingen tussen de werkelijke en verwachte cijfers.	Learn
the steak	de biefstuk	Learn
The steam was scalding.	De stoom was verschroeiend.	Learn
the stepfamily	de stieffamilie	Learn
the stone doors	de stenen deuren	Learn
the storage area	de opslagruimte	Learn
the storage is full	de opslag is vol	Learn
The strange atmosphere made her uneasy.	De vreemde sfeer maakte haar onbehaaglijk.	Learn
the strangers	de vreemdelingen	Learn
the strawberry ice cream	het aardbeienijs	Learn