Audio - Google text-to-speech

English Sort descending	Dutch	Learn
She sat down on a step from the landing in the courtyard.	Zij ging op een trede van het bordes op de binnenplaats zitten.	Learn
She sat on the bench.	Ze zat op de bank.	Learn
she says	zegt ze	Learn
she sees	zij ziet	Learn
She shed tears of sorrow.	Ze heeft tranen vergoten van verdriet.	Learn
She slowly got up.	Ze kwam langzaam overeind.	Learn
She smiled.	Ze glimlachte.	Learn
She speaks rather quickly.	Ze spreekt eerder snel.	Learn
She still works as a bartender.	Ze werkt nog steeds als barman.	Learn
She stopped talking.	Ze stopte met praten.	Learn
She stuck out her tongue mockingly.	Ze stak spottend haar tong uit.	Learn
She studies mathematics.	Zij studeert wiskunde.	Learn
She stumbled over her words.	Ze is gestruikeld over haar woorden.	Learn
She suddenly fell silent.	Plots werd ze stil.	Learn
She suddenly had a fit.	Zij kreeg plotseling een toeval.	Learn
She suddenly kissed me.	Plots kuste ze me.	Learn
She takes off her socks.	Zij stroopt haar sokken af.	Learn
She thought I would help her, but it was the other way around.	Ze dacht dat ik haar zou helpen, maar het was andersom.	Learn
She took the pencil and started writing.	Ze nam het potlood en begon te schrijven.	Learn
She trembled with excitement.	Ze trilde van opwinding.	Learn