Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Dutch Learn
She has stumbled and fallen. Ze is gestruikeld en gevallen.
She has two children. Ze heeft twee kinderen.
She is a driver. Zij is chauffeur.
She is a good mother. Ze is een goede moeder.
She is as beautiful as Snow White. Ze is zo mooi als Sneeuwwitje.
She is busy in the utility room. Ze is bezig in de bijkeuken.
She is confident that she will pass the tests. Ze is er zeker van in de toetsen te zullen slagen.
She is drawing. Ze is aan het tekenen.
She is exceptionally smart. Ze is buitengewoon slim.
She is expecting a child. Ze verwacht een kind.
She is no longer a nine-year-old Cinderella. Ze is geen negenjarige assepoester meer.
She is not in the room. Ze is niet in de kamer.
She is quite ill. Ze is behoorlijk ziek.
She is right after all. Ze heeft immers gelijk.
She is still a bit groggy. Ze is nog wat suf.
She is the contact person for technical issues. Zij is het aanspreekpunt voor technische problemen.
She is the presumed winner of the debate. Zij is de gedoodverfde winnaar van het debat.
She is unconscious. Ze is buiten bewustzijn.
She is used to staying up late. Zij is gewend laat op te blijven.
She is very eager to learn. Ze is heel leergierig.