Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Sort descending Dutch Learn
She did it the old fashioned way.

Ze deed het op een ouderwetse manier.

She did not let failure discourage her.

Ze liet zich niet ontmoedigen door mislukkingen.

She disapproves of the government's decision.

Zij hekelt het besluit van de overheid.

She does not want to be dependent on her parents.

Ze wil niet afhankelijk zijn van haar ouders.

She doesn’t know how to drive a car.

Zij weet niet hoe ze een auto moet besturen.

She dressed herself quickly.

Ze kleedde zich rap aan.

She drinks coffee.

Zij drinkt koffie.

She embarrassed me in front of my friends.

Ze zette me voor schut voor mijn vrienden.

She fastened her helmet before cycling.

Ze gespte haar helm vast voordat ze ging fietsen.

She felt depressed.

Ze voelde zich neerslachtig.

She felt embarrassed.

Ze voelde zich voor schut.

She felt her knees tremble.

Ze kon haar knieën voelen trillen.

She gave a bone to the dog.

Ze gaf een been aan de hond.

She gave him a piercing look.

Zij keek hem doordringend aan.

She got divorced last year.

Ze is vorig jaar gescheiden.

She got married when she was twenty-five.

Ze is getrouwd toen ze 25 was.

She got up.

Ze kwam overeind.

She groped for her keys.

Ze tastte naar haar sleutels.

She had a peculiar fascination with old books.

Ze had een zonderlinge fascinatie voor oude boeken.

She had little experience; nevertheless, she got the job.

Ze had weinig ervaring; niettemin kreeg ze de baan.