ze ambieerde een job als journalist
Zij kreeg eeuwige roem door haar werk.
Ze werd verpleegster.
Ze werd slachtoffer van chantage.
Zij wenkte de kinderen.
Ze begon te geraaskal van woede.
Ze kocht een kip.
Ze gespte haar schoenen dicht.
Ze kwam om het zelf te doen.
Ze kan terecht fier zijn op haar dochter.
Ze kan het niet laten om te vitten.
Ze wijzigde haar plan op het valreep.
Zij verborg haar onderkin met sjaals.
Ze kon niet lang hurken.
Ze huilde van blijdschap toen ze hoorde dat haar zoon de vliegtuigcrash had overleefd.
Ze danste uitbundig op de muziek.
Ze danst met hartstocht.
Zij wijdde haar leven aan het onderwijs.
Ze eiste een specifieke vermelding.
Ze ontwierp de omslag van het tijdschrift.