Audio - Google text-to-speech

English Sort descending	Dutch	Learn
I don’t think your mother likes him.	Ik denk niet dat je moeder hem leuk vindt.	Learn
I don’t understand these new rules.	Ik begrijp deze nieuwe regels niet.	Learn
I don’t understand you.	Ik begrijp je niet.	Learn
I don’t understand.	Ik begrijp het niet.	Learn
I don’t want a car.	Ik wil geen auto.	Learn
I don’t want it.	Ik wil het niet.	Learn
I don’t want to be alone with Tom.	Ik wil niet alleen blijven met Tom.	Learn
I don’t want to continue pressing the issue.	Ik wil niet blijven aandringen.	Learn
I don’t want to jump to any conclusions.	Ik wil geen voorbarige conclusies trekken.	Learn
I don’t want to lose my customers.	Ik wil mijn klanten niet verliezen.	Learn
I don’t want to talk about it anymore.	Ik wil er niet meer over praten.	Learn
I don’t want to work with Tom.	Ik wil niet met Tom samenwerken.	Learn
I don’t wear a tie.	Ik draag geen das.	Learn
I drink	ik drink	Learn
I drink a lot of wine.	Ik drink veel wijn.	Learn
I drink too much coffee.	Ik drink te veel koffie.	Learn
I drive on the regional road.	Ik rijd op de gewestweg.	Learn
I eat a lot of pork.	Ik eet veel varken.	Learn
I eat a lot of turkey.	Ik eet veel kalkoen.	Learn
I eat bananas.	Ik eet bananen.	Learn