Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Dutch Learn
I can’t get my headphones off my head. Ik krijg mijn koptelefoon niet van mijn hoofd.
I can’t hear what you’re saying; it’s too noisy here. Ik versta u niet, het is hier te rumoerig.
I can’t hear you. Ik kan je niet horen.
I can’t hear your voice at all. Ik kan je stem helemaal niet horen.
I can’t help. Ik kan niet helpen.
I can’t play the piano. Ik speel geen piano.
I can’t remember your name. Ik kan me je naam niet herinneren.
I can’t reveal my source. Ik kan mijn bron niet onthullen.
I can’t sleep with all this noise. Ik kan niet slapen met dit rumoer.
I can’t smoke. Ik kan niet roken.
I can’t speak Dutch. Ik spreek geen Nederlands.
I can’t stand that anymore. Dat kan ik niet langer aanzien.
I can’t stand you. Ik kan je niet verdragen.
I can’t stay here. Ik kan hier niet blijven.
I can’t talk about this. Ik kan hier niet over praten.
I care about this. Hier geef ik om.
I caught three fish. Ik ving drie vissen.
I celebrated New Year's Day by playing soccer outside. Ik vierde Nieuwjaarsdag door buiten te voetballen.
I claim that is not true. Ik beweer dat dat niet waar is.
I clean the board, I am, I become ik spoel het bord, ik ben, ik word