Ik ben een Brits staatsburger.
Ik ben een Canadees staatsburger.
Ik ben gewend aan een koud klimaat.
Ik ben allergisch voor stuifmeel.
Ik ben een Amerikaans staatsburger.
Ik ben een Australisch staatsburger.
Ik ben leerkracht engels.
Ik ben vervelend.
Ik wacht op een overeenkomst.
Ik heb het koud.
Ik ben geheel terneergeslagen.
Tegenwoordig leer ik Esperanto.
Ik heb diabetes.
Ik ben gescheiden.
Ik heb een allergische reactie.
Ik speel in een toneelstuk.
Ik ben betrokken bij de onderhandeling.
Ik ben op zoek naar een nieuwe job.
Ik ben immers niet dom.
Ik ben in verwachting.