Audio - Gerda van der Haak

English	Dutch Sort descending	Learn
It was teeming with families at the zoo.	Het wemelde van de gezinnen in de dierentuin.	Learn
He bent forward eagerly.	Hij boog zich gretig voorover.	Learn
He chewed on his hamburger.	Hij kauwde op zijn hamburger.	Learn
He let out a cry of delight when he saw them.	Hij slaakte een kreetje van verrukking toen hij hen zag.	Learn
He jumped up furiously.	Hij sprong woedend overeind.	Learn
He lingers for months with the delivery of the building permit, despite the positive opinion of the Consultation Committee.	Hij talmt al maanden met het afleveren van de bouwvergunning, ondanks het positief advies van de Overlegcommissie.	Learn
Hitler (surname)	Hitler	Learn
How do you know which brush or pencil you should use?	Hoe weet je welke kwast of penseel je moet gebruiken?	Learn
needs to (3rd person singular)	hoeft	Learn
yard	hof	Learn
Holland	Holland	Learn
Dutch people	Hollanders	Learn
homosexual	homo	Learn
holds (3rd person singular)	houdt	Learn
wood	hout	Learn
rental agreement	huurovereenkomst	Learn
I am very disappointed in you.	Ik ben erg teleurgesteld in u.	Learn
I have no idea how the guidance is, but trying will not hurt, I guess.	Ik heb geen idee hoe de begeleiding loopt, maar proberen kan geen kwaad, lijkt me.	Learn
I don’t want to be forced to turn on my webcam.	Ik wil niet gedwongen worden om mijn webcam aan te zetten.	Learn
in the presence of the other pupils and teachers	in aanwezigheid van de overige leerlingen en leraren	Learn