Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag
Literal Breakdown
Summary
The Dutch translation for “Monday, Tuesday, Wednesday, Thursday, Friday, Saturday, Sunday” is Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag. The Dutch, Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag, can be broken down into 7 parts:"Monday" (maandag), "Tuesday" (dinsdag), "Wednesday" (woensdag), "Thursday" (donderdag), "Friday" (vrijdag), "Saturday" (zaterdag) and "Sunday" (zondag).Practice Lesson
Lesson words
This lesson has no individual words.