Summary
The Dutch translation for “angry; bad” is kwaad.
Examples of "angry; bad" in use
There are 7 examples of the Dutch word for "angry; bad" being used:
Recording |
English |
Dutch |
Learn |
|
Tom got angry at the children. |
Tom maakte zich kwaad op de kinderen.
|
|
|
“It doesn’t hurt anyone after all!” |
“Het doet immers niemand kwaad!”
|
|
|
mischief |
kattenkwaad
|
|
|
He does not distinguish between good and evil. |
Hij maakt geen onderscheid tussen goed en kwaad.
|
|
|
but the duckling thought they would harm him; and in his fear he flew into the milk pail, so the milk was splashed all over the room |
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
|
|
|
I have no idea how the guidance is, but trying will not hurt, I guess. |
Ik heb geen idee hoe de begeleiding loopt, maar proberen kan geen kwaad, lijkt me.
|
|
|
The poor duckling was teased by all; even his sisters were angry with him and kept saying, “If only the cat grabbed you, you ugly creature!” |
Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”
|
|