u hebt
jij hebt
Welke bus moet ik dan hebben?
Wie gaat er nog meer met ons mee?
Staat de deur open?
De deur gaat naar de badkamer.
ik liep
jij liep
hij liep
Je bent laat.
Wie werkt hier?
Tom zal te laat zijn.
Hoe laat gaat het open?
De vraag is of hij het kan doen of niet.
Wat doe je?
Hoe oud bent u?
Doe het licht uit.
Hoe doe je dat met je hand?
Ik kan je dit boek aanbevelen.