Tom hijgt.
Bedek je ogen.
De ezel balkt.
Het kind weent, want het wil eten.
Het enige wat jij pakt, zijn pinten.
beken daarom uw zonden aan elkaar
Je zal langer leven als je niet rookt.
Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
Tom wast zijn haar vrijwel dagelijks.