Hoe bedoel je?
Heb je enig idee?
Ik ben mollig.
Hou je van sport?
Ik ga douchen.
Draag je een bril?
Ik ben genezen.
Spreek jij Duits?
Ik poets de keuken.
Ik kom uit Spanje.
Ik ben een bakker.
Ik moet douchen.
Ik ben benieuwd.
We vielen in slaap.
Ik speel trompet.
Ik moet me scheren.
Zelfs ik kan zingen.
Ik meen het goed met je!
Ik wil een auto huren.
Draag je vaak een hoed?