Ik ben gek op mijn werk.
Hij heeft een baard.
Niets vergeten.
Vertel Tom waarom.
Maak je geen zorgen.
We zijn hier veilig.
Ik begrijp je niet.
Wat soort hoed wil je?
Ze fluisteren.
te fluisteren
Wil je iets drinken?
Ik zie je vanavond.
Ik eet veel kalkoen.
Yanni is veilig hier.
Men is je vergeten.
Ik begrijp het niet.
Wat doen jullie straks?
Ik wil water drinken.
Werkt de machine nog?
Hoeveel papier wil je?