te dragen
wenteltrap
zich wenden
Draag je een bril?
Geniet van je zomer.
Hij balde zijn vuist.
Draag je vaak een hoed?
Ze kon niet lang hurken.
De uilen jagen ’s nachts.
Uilen jagen vooral ’s nachts.
Hij begon een tulband te dragen.
Kinderen kunnen gemakkelijk hurken.
in gebieden die door Israël werden bezet
Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren