te trouwen
vroeg opstaan
voor te stellen
toen we begonnen
op de kar springen
Hij is goed gebouwd.
Ik heb je al betaald.
Niemand gaat dit geloven.
Wie heeft je huis gebouwd?
Ik heb nog nooit een bot gebroken.
Yanni heeft een huis gebouwd.
Tom kon zijn ogen niet geloven.
Ik wil graag met een maagd trouwen.
Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
Ik wil weten wie hiervoor betaald heeft.
“Laat mij het ei, dat niet wil opengaan, eens zien!” zei de oude eend.
Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.