te falen
wij liepen
Tom zal falen.
We zullen falen.
koffiedik kijken
televisie kijken
Wat is er gebeurd?
Hoe is dat gebeurd?
We zullen niet falen.
Waar brengt u me heen?
Kennen jullie dit woord?
We kunnen niet weer falen.
Waar kennen we elkaar van?
Dit is toevallig gebeurd.
liepen naar hun ouders toe
Ik wou dat we konden helpen.
Ik verloor het bewustzijn.
Is dat wat er met Tom is gebeurd?
Tom en ik kennen elkaar al jaren.
Tom leek te willen dat ik zou falen.