te werken
om zeep helpt
wij gingen
Tom helpt Maria.
Ik moet slapen.
aan het slapen
Bevalt de stad u?
Hoe bevalt het je?
Wij moeten slapen.
Yanni moet werken.
Hebt u me bedrogen?
Wanneer slapen uilen?
Laat je haar knippen.
Ze hebben al gegeten.
Hoe bevalt deze stad u?
Hoe werken deze dingen?
Tom heeft niet gegeten.
Ik voelde me bedrogen.
Hij heeft me bedrogen.
Tom heeft me bedrogen.