Iedere tien minuten gaat er een bus.
Vroeger had ik veel meer werk.
haar grootmoeder was vroeger nooit zo mooi, zo groot geweest
om tien uur
omstreeks deze tijd
Dit zit me al een hele tijd dwars.
Ze zijn van plan omstreeks vier uur te komen.
’s nachts
de overige tijd
het duurt twee uur
het duurt vijf uur
sluitingstijd
Hij kwam een uur later opdagen.
vrije tijd
Het is bijna elf uur.
Zijn betoog duurde een uur.
Wat soort dingen doe je in je vrije tijd?
Het is langzaam tijd voor je aangifte inkomstenbelasting.
km/uur
al die tijd schrijf ik in krijt