Ik wil een gerecht met kip.
Ik wil een gerecht met brood.
Ik wil een gerecht met eieren.
Ik vond dit restaurant toevallig.
het glas
Mag ik een glas wijn?
Mag ik een fles wijn?
Ik drink veel wijn.
Mag ik een fles rode wijn?
Ik zou wel een glas water willen.
Nog een glas water, alstublieft.
De uitbating van het restaurant is een familiezaak.
witte wijn
Mag ik een fles witte wijn?
Tom helpt nooit in de keuken.
zakmes
te drinken
jaarrekening
Wil je iets drinken?
Ik wil water drinken.