prinses
de prinses
En toch zei zij, dat ze een echte prinses was.
Daar moest de prinses nu de hele nacht op liggen.
“Verschrikkelijk slecht!” zei de prinses.
Het was een prinses, die buiten voor de poort stond.
Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.
Zo kwam hij dan weer thuis en was treurig, want hij wilde toch zo heel graag een echte prinses hebben.
Zo fijngevoelig kon niemand anders zijn dan een echte prinses.
Nu merkten zij, dat zij een echte prinses was, omdat zij door de twintig matrassen en de twintig donzen bedden heen de erwt gevoeld had.
Nu nam de prins haar tot vrouw; want nu wist hij, dat hij een echte prinses bezat, en de erwt kwam in het kabinet van zeldzaamheden, waarin zij nog te zien is, als niemand haar ten minste gestolen heeft.