Understand spoken Dutch

Nouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
a judicial remedy

een rechtsmiddel

Which car do you think looks best?

Welke auto ziet er het beste uit volgens jou?

Yanni has a map on his phone.

Yanni heeft een kaart op zijn telefoon.

Owls are my favourite animals.

Uilen zijn mijn favoriete dieren.

How much is a double room?

Hoeveel kost een tweepersoonskamer?

Can you give me a piece of bread, please?

Kun je me alsjeblieft een stuk brood geven?

I know Tom will try to do that.

Ik weet dat Tom zal proberen om dat te doen.

I can recommend a good lawyer.

Ik kan een goede advocaat aanbevelen.

Tom and Mary both have blue eyes.

Tom en Mary hebben allebei blauwe ogen.

Tom and Mary are both very happy here.

Zowel Tom als Maria zijn erg gelukkig hier.

Tom has to tell Mary what happened.

Tom moet Mary vertellen wat er gebeurd is.

I’m looking for a room with two beds.

Ik ben op zoek naar een kamer met twee bedden.

I received compensation for my work.

Ik kreeg een vergoeding voor mijn werk.

Why did Tom sell his farm?

Waarom heeft Tom zijn boerderij verkocht?

Who did Tom sell his farm to?

Aan wie heeft Tom zijn boerderij verkocht?

Mary is one of the prettiest women in Boston.

Maria is een van de mooiste vrouwen in Boston.

I’m pretty sure that this is Tom’s umbrella.

Ik ben er vrij zeker van dat dit de paraplu van Tom is.

You can trust him to keep his word.

Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.

“But it is so delightful to swim about on the water,” said the duckling

“Maar het is zo prettig, in het water te zwemmen,” zei het eendje

the martial art

de zelfverdedigingskunst