het schilderij
Het is kwart over acht.
Ergens sloeg een klok.
een inspanning
studentenkaart
Heeft u dit in mijn maat?
een veilige manier
De emmer was vol water.
een ontvoering
Tom is de hitte gewend.
telefoonrekening
de regenboog
Hij is lid van de golfclub.
Tom is een tovenaar.
Hoeveel geduld heb je?
een afspraak maken
de fietsmand
achter de schermen
Amerika is prachtig.
Hij gaf een bot aan de hond.