Ik haat wiskunde.
de grootste maat
een emmer water
Hij is een dwaas.
vorstenhuis
de geboorte
De uil is een vogel.
zedenschennis
Het is bijna elf uur.
Ik heb bruin haar.
Het kader is rood.
een tovenaar
voedselcrisis
het verleden
thee met suiker
Maar lieve hemel!
boerenbloemen
het eind van de dag
kwart voor negen
Ik heb blond haar.