de koe
de nek
de kou
het vee
een koe
het oog
het bot
de tang
de ziel
moederziel
grootste maat
Mijn nek doet pijn.
Tom brak zijn nek.
de grootste maat
De uil is een vogel.
de sneeuwwitte uil
Er is een uil op het dak.
iemand in de tang nemen
Heeft u dit in mijn maat?
Hij gaf een bot aan de hond.