Hij heeft een bier besteld.
Het gras in de tuin is groen.
Mag ik het menu, alstublieft
Laat Tom alsjeblieft met rust.
Ik was gewend om bier te drinken.
Een groot glas bier alstublieft.
Tom drinkt veel bier, net als Mary.
Sami moet de badkamer gebruiken.
Het was heerlijk buiten op het land.