De rivier is te diep.
de euro
wasmand
de mand
de damp
het deel
het eind
op het eind
waterdamp
Stap terug.
zuidoosten
volgende stap
de eerste stap
Stap in de auto.
het laatste deel
Tom brak zijn nek.
het eind van de dag
Ik heb vijftig euro in mijn zak.
Door de val brak hij een bot in zijn been.
Mijn voet is zo dik dat hij niet meer in mijn schoen past.