de tros
een luik
het luik
Ja of neen?
klaplong
een tros druiven
Ik weet dat Tom loog.
Ik roer mijn eigen thee.
Ik heb niks verkeerd gedaan.
Hoeveel talen spreek je vlot?
Yanni loog over zijn leeftijd.
Een kleine vonk kan een grote vlam worden.
In de tuin liep ik rond, neuriënd van pure blijdschap.