aan het doen
aan het worden
het daglicht
Wat ben je aan het doen?
snelweg
heel snel
Graag gedaan.
Ja, daaraan dacht zij.
Wie heeft dat gedaan?
Wat heeft Tom gedaan?
Ik heb dat niet gedaan.
Iedereen zou dit kunnen.
Tom heeft het niet gedaan.
Waarom heeft Yanni dat gedaan?