Haar bewering is onjuist.
Die beweringen zijn onjuist.
Beide beweringen zijn onjuist.
de machten
de belofte
het ongemak
het ondeugd
het stompje
een belofte
Ik ga douchen.
wereldmachten
Ik moet douchen.
hun dwaze plannen
Dat is een belofte.
een eeuwige doorn
Waar kan ik douchen?
de Eeuwige, de God van de hemel
Excuses voor het ongemak.
Zij kreeg eeuwige roem door haar werk.
De volkstelling is gepland voor volgend jaar.