het goud
goudvis
het lint
door het lint
het hout
spierweefsel
een weefsel
In zijn hand werd lood goud.
de lak
de stenen
de stukken
Het kader is van hout.
de zand
zandweg
de keien
meetlint
de steenkool
Hij maakte een beeld van was.
Een kaars is gemaakt van was.
Stikstof is belangrijk voor de voedselproductie.