de kamer
een kamer
zij kon in de kamer zien
Yanni ging terug naar zijn kamer.
zitkamer
badkamer
Is er een badkamer in de kamer?
eetkamer
Is er een telefoon in de kamer?
woonkamer
eenpersoonskamer
tweepersoonskamer
het mes
een mes
Tom heeft een mes in zijn hand.
Kunt u mijn kamer schoonmaken.
het glas
scheermes
Mag ik een glas wijn?
Ga in je kamer spelen.